In eerdere Frontaals hebben we al even de technische en sociale dimensie van de warmtetransitie belicht. In deze editie benaderen we het vanuit de beleidshoek en spraken we met Gents schepen van Milieu, Klimaat, Wonen en Internationale Solidariteit Tine Heyse. Tine Heyse heeft de taak om voor Gent een strategie te bedenken om volledig fossielvrij te gaan.
Ambities
Gent legt de lat hoog in het klimaatplan 2020-2025: tegen 2030 40% minder broeikasgassen uitstoten, tegen 2050 volledig koolstofneutraal. Aanvankelijk waren deze ambities hoger dan deze van Europa, maar recent heeft Europa een wetsvoorstel goedgekeurd om tegen 2030 55% minder uit te stoten. Zal dit resulteren in een nieuw klimaatplan voor Gent?
“Het Gentse klimaatplan voldoet al aan de nieuwe Europese burgemeestersconvenant: 40% tegen 2030 en klimaatneutraal tegen 2050. Het klimaatplan 2020-2025 heeft wel een bredere ambitie. Zo zet dit klimaatplan sterk in op voeding en circulaire economie, thema’s die niet voorzien zijn binnen de doelstellingen van het burgemeestersconvenant. Als je dat zou tellen bij de CO2-winst die we behalen bij gebouwen, mobiliteit en bedrijven, komt die 55% wel in beeld. Maar consumptie is moeilijker uit te drukken in exacte cijfers van CO2-uitstoot. Uiteraard staan we te popelen om ook op het vlak van wonen en andere domeinen die 55% te behalen, maar als andere overheden niet mee marcheren, kan Stad Gent dat niet alleen waarmaken.”
Grote uitdaging
De schepen steekt niet onder stoelen of banken dat de warmtetransitie een gigantische uitdaging is waarin iedereen, ook de stad, nog volop zoekende is. “Het is een zeer complexe opgave op vele vlakken. Op technisch vlak weten we ongeveer wat de mogelijkheden zijn. Dan is het de afweging: waar leg je warmtenetten aan en waar het ‘andere’ - wellicht warmtepompen? Maar de grote vraag is: hoe krijg je iedereen mee? En wie betaalt? Zo’n omschakeling gaat gepaard met een enorme investering. Bij een warmtenet is dit collectief, maar bij warmtepompen ligt de financiële last bij het individu. En met dat laatste worstel ik: kan je dat bij het individu leggen?
De huidige gasprijs is daarbij ook een spelbreker. Gas is momenteel heel goedkoop in vergelijking met elektriciteit of warmte via een warmtenet. Dat zorgt ervoor dat warmtenetten en warmtepompen momenteel moeilijk rendabel te krijgen zijn. Op dat vlak staan de neuzen binnen de Vlaamse regering nog niet in dezelfde richting. Vergeleken met gas is elektriciteit veel duurder omdat de elektriciteitsfactuur van de consument voor 75% bestaat uit netkosten en allerlei heffingen. Bij aardgas of stookolie is dat veel minder. Nochtans moeten we in de toekomst voor verwarming en transport massaal overschakelen op elektriciteit. Maar met de huidige prijzen zijn fossiele brandstoffen aantrekkelijker dan elektriciteit. Het is aan de Vlaamse overheid om die verhouding juist te zetten.
Tot op heden wil Vlaams minister voor Energie Zuhal Demir nog niet de politieke keuze voor een taxshift maken van elektriciteit naar gas. Een verhoging van de gasprijzen - zelfs al dalen de elektriciteitsprijzen - is een keuze die niet populair maakt… Het heeft natuurlijk ook een sociale insteek. Mensen die het niet breed hebben, hebben natuurlijk niet meteen een warmtepomp staan. Als je de gasprijzen dan verdriedubbelt, jaag je voor hen op dit moment de kosten enorm de hoogte in. Een tax shift kan enkel met flankerende maatregelen. Sociaal kwetsbare gezinnen moeten steun krijgen om over te schakelen van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare alternatieven.
Ook distributienetbeheerder Fluvius heeft hier een belangrijke rol te spelen. Maar dat is niet eenvoudig. Fluvius heeft veel inkomsten van het gasnet, waardoor de overstap naar fossielvrije verwarming geen dwingende prioriteit is voor hen. Ergens hebben we er ook begrip voor, want op een bepaald moment werd Fluvius door Vlaanderen verplicht om tot in elke uithoek een aardgasnet aan te leggen. Twintig jaar geleden was de consensus dat overschakelen van stookolie naar aardgas de beste oplossing was. Nu is het inzicht gerijpt dat ook aardgas moet verdwijnen, maar de investeringen in de infrastructuur zijn ondertussen wel gedaan. Maar het is natuurlijk niet de richting die we uit willen op termijn. Daarom moeten we druk uitoefenen op Fluvius.”
De belangrijkste stap: minder verbruiken
“Wat essentieel is en makkelijk voor een brede groep toegankelijk te maken, is iedereen helpen om minder te verbruiken. Dus je gebouwschil isoleren zodat je warmtevraag kleiner wordt. Dat is de eerste en de belangrijkste stap, ook sociaal gezien. Eigenlijk is van aardgas afgaan zelf pas de laatste stap. We hebben daar de laatste jaren heel veel over geleerd en we zetten daar als stad ook heel sterk op in. Met onder andere de werking van de Energiecentrale willen we mensen persoonlijk begeleiden in de energetische verbetering van hun gebouwschil.”
De stok vs. de wortel
“Maar voor de laatste stap, van gas af, zijn we als lokale overheid afhankelijk van andere overheden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we hulpeloos zullen zitten wachten. We nemen hierin een lobbyrol op en eisen dat het verandert.
We werken dus in een context waar we weinig parameters in handen hebben. Het is roeien met de riemen die we hebben. Zolang die gasprijzen zo laag zijn, is het heel moeilijk om mensen over de streep te trekken.
Als stad hebben we geen ‘stokken’ om mensen te stimuleren, we kunnen het niet verplichten. We zouden enkel de isolatieplicht in huurwoningen kunnen afdwingen, maar dat doen we bewust niet omdat zich dan een sociaal drama zou ontplooien op de woonmarkt. Dus moeten we de ‘wortel’ gebruiken: mensen verleiden om mee te gaan in het verhaal, door hen financieel te ondersteunen en te ontzorgen. Dat vraagt natuurlijk veel meer geld, inspanning en maatwerk.”
Huurwoningen
Gents MilieuFront vraagt aan de schepen of huurwoningen geen stok zijn die de stad net wel in handen heeft. Om conform de huurwetgeving te zijn, moeten huurwoningen onder meer voorzien zijn van dakisolatie en dubbel glas. Wat als de stad een legertje ambtenaren op pad zou sturen om huurwoningen te controleren en de woningen die niet in orde zijn, ongeschikt zou verklaren voor verhuur?
“Dan zal het daklozencijfer flink de lucht ingaan. Dat zou geen sociaal beleid zijn. Het risico is groot dat het de huurders zijn die hier de dupe van zullen worden. Ofwel gaan de huurprijzen de hoogte in, ofwel zullen er veel huurwoningen worden verkocht. En dat moet, gezien de kwetsbaarheid van veel huurders, echt worden vermeden. Als je de markt zou laten spelen, krijg je sociale drama’s. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we er niets aan doen, maar we willen dit op een sociaal verantwoorde manier doen. Het komt erop aan een middel te vinden waardoor je zowel sociaal als ecologisch vooruitgaat. Dat is veel moeilijker en vraagt maatwerk, maar het zij zo. Zo hebben we het Verhuurderspunt opgericht om verhuurders te ondersteunen met premies en ontzorging als ze hun woningen energetisch conform maken. Daarnaast zetten we ook in op sociale verhuurwoningen en budgethuurwoningen. In beide gevallen gaat het dus over zacht dwingen: je krijgt steun, maar er staat iets voor in de plaats.
Pilootprojecten
De stad is ook volop bezig met het onderzoeken wat nu de beste optie voor fossielvrije verwarming is per wijk. Dit doet ze via twee pilootprojecten in Mariakerke en Muide-Meulestede. Op die manier wil de stad een helder doel stellen voor de bewoners. “We hebben al heel veel lessen kunnen trekken uit deze twee wijken. Maar het is niet zo dat hieruit al de mirakeloplossing gekomen is. We beschouwen de onderzoeken in deze wijken als een experiment. De dingen die we hier leren, kunnen we toepassen op de hele stad.
We hebben deze wijken gekozen, omdat ze heel verschillend zijn op veel vlakken. Mariakerke is gemiddeld gezien ietsje rijker en is vooral een residentiële wijk, waar geen restwarmtebron ter beschikking is. Daar zullen we dus moeten terugvallen op warmtepompen, die eventueel wel op een collectief BEO-veld kunnen aangesloten zijn. Muide-Meulestede heeft gemiddeld gezien een iets armere bevolking en is veel denser bebouwd. Ook is er daar een combinatie van wonen en bedrijven. Een warmtenet zou daar wel mogelijk kunnen zijn. Momenteel zijn we aan het onderzoeken of er een warmtenet kan aangelegd worden dat gevoed wordt met de restwarmte van het bedrijf Rousselot.
Warmtenetten zijn echter enorm complex op vele vlakken. De eerste vraag is, wie gaat heel die infrastructuur in de grond betalen? Maar nog belangrijker: hoe vind je duurzame warmte om deze netten te voeden? Is die warmte fossielvrij opgewekt? In Scandinavië, waar ze heel ver staan op vlak van warmtenetten, is dat niet altijd het geval. En als je restwarmte gebruikt, hoelang zal die warmte beschikbaar zijn? Als je rekent op de restwarmte van een bedrijf, maar dat bedrijf sluit na 20 jaar, heb je een groot probleem.
Het is niet evident om warmtenetten voor woningen rendabel te maken, zelfs in een dichtbebouwde stad. Een warmtenet kost ongeveer 1 miljoen euro per km en 10.000 euro per huisaansluiting. De prijs van een huisaansluiting en een warmtepomp ligt dus niet ver uiteen. Het zou kunnen dat iedereen een gratis warmtepomp geven, goedkoper zal zijn. Ook is het zo dat een gasaansluiting nog steeds grotendeels gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid, en de aansluiting aan een warmtenet niet. Verder kan het ook interessanter zijn om de restwarmte al dichterbij de bron te gaan gebruiken, bijvoorbeeld in een ziekenhuis of een bedrijf. De haven is ook volop bezig met in kaart te brengen waar de mogelijke bronnen en verbruikers zitten. Dat is het laaghangende fruit. De warmte gaat dan niet naar de huizen, maar wellicht besparen we meer CO2 door bedrijven van het gas af te halen. Met ArcelorMittal zou je heel Gent kunnen verwarmen, maar zo eenvoudig is het niet. De afstand tot de bron mag niet te groot zijn omwille van de warmteverliezen. We moeten de warmte gebruiken waar de vraag het grootst is en waar het minste warmte beschikbaar is. Ook is het economisch interessanter om meteen één grote afnemer aan te sluiten, dan vele kleintjes. Warmtenetten zijn dus een middel, maar niet het doel op zich. Als er economisch en CO2-uitstootgewijs geen voordeel is, dan heeft het geen zin en moeten we naar andere oplossingen kijken.”
Inspiratie uit binnen- en buitenland
“Ik ben groot voorstander van uitwisselen en samenwerking met andere steden. Vanuit mijn voorzitterschap van Climate Alliance [1] zet ik hier ook op in. Maar wat wel belangrijk is, is dat je het kunt vertalen naar je eigen context. Er zijn heel veel Scandinavische voorbeelden, maar deze zijn moeilijk vertaalbaar naar onze context omdat de overheid daar helemaal anders in elkaar zit. Daar heeft de overheid veel meer in handen. Met het Scandinavisch model zijn we dus weinig in Gent. Vandaar dat het belangrijk is dat Vlaamse steden samenwerken, omdat je dan wel in dezelfde context zit. Helaas gebeurt dat op vandaag te weinig. Ik zou graag hebben dat er een Vlaams klimaatverbond zou ontstaan, zodat we meer een front vormen. Binnen de VVSG [2] werd er wel een klimaatcel opgericht. Een van de pijlers is het opstellen van een warmtekaart en een warmtestrategie voor elke gemeente.”
Voorbeeldprojecten
“Ik hecht veel belang aan voorbeeldprojecten. Dit zijn de plekken waar we kunnen leren door het te doen. Zo is er bijvoorbeeld in Gent het nieuwbouwproject met sociale woningen van ABC, dat zal aangesloten worden op het warmtenet van EDF-Luminus, de circulaire wijk De Nieuwe Dokken en het gasloze cohousingproject Bijgaardehof, dat verwarmd wordt via warmtepompen op een BEO-veld. Bij al die projecten lag de stad mee aan de basis.”
Boodschap voor Gentenaars
“De boodschap die ik wil meegeven aan de Gentenaars is om in eerste instantie in te zetten op het verlagen van je verbruik. Zorg dat je door je woning goed te isoleren je verbruik tot twee derde kan verminderen. Zet je daarbij niet vast voor de toekomst. Daarmee bedoel ik: maak nu geen keuzes die dingen in de toekomst onmogelijk zullen maken. Als je een ketel plaatst, zorg dat je toegang hebt vanaf de straat, zodat een eventuele toekomstige aansluiting op een warmtenet geen breekwerken meer betekent in de toekomst.
Ik wil ook graag een oproep doen, in het bijzonder aan de leden van GentsMilieuFront: weeg voor jezelf af of je een pioniersrol kan opnemen. Mensen die het financiële vermogen hebben om een warmtepomp te plaatsen of hun woning zelfs helemaal klimaatneutraal te maken, zouden hierin kunnen investeren. Misschien kan dat ook betekenen dat je de keuze moet maken tussen nu een nieuwe keuken of een duurzame verwarming. Ik hoop dat er mensen zijn die durven die pioniersrol opnemen. Ik ga dat niemand kwalijk nemen aan wie het vermogen niet heeft. Maar ik hoop wel dat mensen die de mogelijkheid hebben, de pioniersrol durven opnemen. Net zoals toen de zonnepanelen nog duur waren, en toch mensen dit deden.
[1] Climate Alliance is het grootste Europese stedennetwerk gewijd aan klimaatactie. Het bestaat uit steden en gemeenten uit 27 Europese landen. Gent is lid sinds 1997.
[2] Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
Dit artikel werd geschreven door Veerle Vercruyce en Stefaan Claeys Claeys voor Frontaal (editie herfst 2021, het magazine van Gents MilieuFront). Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!