Gent zonder gas: de ruimtelijke en socio-politieke dimensie van warmtetransitie, interview met Griet Juwet
Een toekomst zonder fossiele brandstoffen is een toekomst zonder aardgas. Een grondstof waar heel veel huishoudens nog op rekenen voor verwarming. We staan dus aan de vooravond van een grote omwenteling. Met de artikelreeks “Gent zonder gas” wil Frontaal de mogelijke scenario’s onder de loep nemen door verschillende stemmen over het thema aan het woord te laten.
In dit artikel spreken we met Griet Juwet. Griet is architect en ruimtelijk planner en werkt als onderzoekster aan de VUB. Ze onderzoekt de ruimtelijke en socio-politieke dimensies van de warmtetransitie. Ze gaat na op welke manier de transitie naar een fossielvrij warmtesysteem ook een hefboom kan zijn voor een duurzaam stadslandschap, en een meer democratisch en inclusief energiebeheer.
Voor welke uitdaging staan we?
Overstappen naar een fossielvrij verwarmingssysteem is natuurlijk niet niets. Daarbij is voor mij de grootste uitdaging om die transformatie niet enkel te beschouwen als een technisch verhaal, maar te proberen koppelen aan ruimtelijke en maatschappelijke duurzaamheid. Niet zomaar warmtenetten aanleggen dus, maar bekijken hoe we tegelijk ruimtelijke kwaliteit kunnen verbeteren, door bijvoorbeeld strategisch te verdichten of net in te zetten op een klimaatvriendelijker straatprofiel. Daarbij hoort ook het nadenken over oplossingen die toegankelijk zijn voor meer kwetsbare gezinnen, of beheersvormen waarin burgers een stem krijgen.
Hoe ver staan we al volgens jou?
De technologie is er grotendeels al. Het gaat er nu om dat we oplossingen op maat ontwikkelen voor elke wijk. Vandaag wordt energie vaak op een individueel niveau aangepakt, met energierenovaties, zonnepanelen of warmtepompen. De warmtetransitie biedt echter kansen om collectieve systemen te bedenken. Waarom niet samen met de buren in je verkavelingswijk investeren in een BEO-veld? Of op schaal van een bouwblok of straat nadenken over het aansluiten op een warmtenet? Zulke samenwerkingen vragen natuurlijk extra ondersteuning.
Wat is er volgens jou (beleidsmatig, technisch,..) nodig om genoeg tempo te maken in de omschakeling?
Hier denk ik dat een aanpak op collectief niveau wel eens het verschil zou kunnen maken. Het aansluiten van bestaande woningen op een warmtenet vraagt in elk geval wat coördinatie: het wordt pas echt interessant om een leiding aan te leggen wanneer een voldoende groot deel van de woningen wil aansluiten. Tegelijk bevindt elk huishouden zich in een verschillende situatie, op financieel vlak, qua leeftijd of woonnoden. Het kan dan helpen om voor elke buurt een duidelijk perspectief voorop te stellen. Dan weet je als bewoner: tegen 2035 wordt mijn wijk aardgasvrij en moet ik overschakelen op een alternatief. Dan kan je ook samen met de bewoners bepalen welk alternatief op die plek het meest geschikt is: komt hier op termijn een warmtenet, of gaan we voor elektrische oplossingen zoals een warmtepomp? Als stad moet je dan zorgen dat collectieve infrastructuur, zoals warmteleidingen, op tijd klaarligt.
Stad Gent werkt in 2021 aan een Warmtekaart. De wijken Mariakerke, en Muide-Meulestede functioneren daarbij als pilootproject. Is dat de goeie richting?
Ja, dat is interessant omdat het wijken zijn met heel verschillende kenmerken. Mariakerke is eerder residentieel, met rijwoningen, halfopen en open bebouwingen. Muide-Meulestede is denser en heeft een mix van rijwoningen, bedrijven, kantoren en havenindustrie. Door uit te werken hoe de warmtetransitie in deze twee omgevingen eruit zou kunnen zien, doet de stad heel wat kennis en ervaring op die later ook op de andere wijken kan worden toegepast.
Is het (op de lange termijn) goedkoper om 100.000 Gentse gezinnen elk een warmtepomp te laten aanschaffen en vloerverwarming aan te leggen in hun woning, of om de warmtenetten uit te breiden en aan elkaar te schakelen, met toevoer van restwarmte vanuit de haven?
Dit is een interessante vraag, maar ik heb niet meteen een eenduidig antwoord. Enerzijds is het geen of-of verhaal, maar gaat het erom voor elke buurt de meest gepaste oplossing te bepalen. Restwarmte uit de haven kan in eerste instantie uitgewisseld worden met andere havenactiviteiten en industrie. Wat overblijft kan zeker interessant zijn als warmtebron voor de binnenstad. In minder dense buurten kunnen warmtepompen een meer rendabele oplossing zijn. Maar het is ook interessant om na te gaan bij wie de kosten precies terecht komen. Een verregaande energierenovatie met vloerverwarming en een warmtepomp, leidt snel tot hoge kosten die niet elk huishouden zomaar kan dragen. Ook subsidies kunnen die meest kwetsbare groep niet over de streep trekken omdat ze pas na de werken worden toegekend. Bij een warmtenet worden belangrijke infrastructuurkosten gedragen door de warmtenet-ontwikkelaar, al zijn er ook subsidies vanuit Vlaanderen. Dat kan een publiek bedrijf zijn, zoals Fluvius, een burgercoöperatie of een commerciële speler. Afhankelijk van het financiële model van de ontwikkelaar worden die kosten op een bepaalde manier doorgerekend in de warmteprijs. Daarbij streeft men er wel naar dat je als gebruiker ‘niet meer dan anders’ betaalt, en dat het dus voordeliger wordt dan een aardgasaansluiting, maar dat kan je op verschillende manieren berekenen. Kort gezegd is een risico dus dat er ongelijkheid ontstaat omdat voor verschillende wijken en gebouwen verschillende warmte-oplossingen mogelijk zijn, die samengaan met verschillende kosten en ondersteuningsmaatregelen.
Wat gaan ze met de oude gasleidingen doen? Moeten alle straten (en vele vloeren bij mensen thuis) worden opengebroken?
Er wordt onderzocht of je de oude gasleidingen zou kunnen hergebruiken voor bijvoorbeeld biogas, synthetisch gas of waterstof. Die energiedragers zouden we echter moeten voorbehouden voor die activiteiten die hoge temperaturen nodig hebben, zoals industrie of transport. Het is bovendien nog niet echt duidelijk op welke manier en hoeveel van dat soort alternatieve gassen geproduceerd zullen kunnen worden.
In veel buurten zal het aardgasnet in de toekomst dus geen functie meer hebben. Eigenaardig genoeg, blijven oude leidingen echter meestal onder de grond zitten. Dat begint echt een probleem te vormen: op den duur is er geen plaats meer in de ondergrond, en ontbreekt het overzicht over waarvoor al die leidingen nu dienen, welke nog in gebruik zijn, en wie er verantwoordelijk voor is. Daarom wordt vandaag bijvoorbeeld ook nagedacht over een ruimtelijke planning voor de ondergrond. In een stad als Gent, waar ook nog eens heel wat archeologisch materiaal onder de grond zit, maakt dit de aanleg van nieuwe ondergrondse infrastructuur heel complex. Het zou dus niet slecht zijn strengere regels te ontwikkelen rond het beheer en het opruimen van ondergrondse leidingen.
Of de transitie veel breekwerk vraagt bij mensen thuis, hangt af van de situatie en de gekozen warmte-oplossing. Als de ketel zich op het gelijkvloers, aan de straatkant, bevindt en je behoudt het bestaande verwarmingssysteem, kan de aansluiting op een warmtenet en de plaatsing van de warmtewisselaar een relatief beperkte ingreep zijn. Als men kiest voor een vergaande energetische renovatie, vloerverwarming, en een warmtepomp, dan is er natuurlijk heel wat meer werk.
Is de omschakeling naar een fossielvrije verwarming iets voor op korte termijn? De reeks “2030 is morgen” in De Standaard beweerde van niet?
Overschakelen op een fossielvrij verwarmingssysteem vraagt wel wat tijd. Een gasketel gaat zo’n 15 jaar mee, een gasnetwerk wordt afgeschreven over een termijn van 50 jaar. Maar dat betekent niet dat we moeten wachten tot het alternatief beschikbaar is, we kunnen vandaag al heel wat doen. Investeren in renovatie en energie-efficiëntie is sowieso een goed idee. Het komt er bovendien op aan slim in te spelen op cruciale vervangingsmomenten, zowel op gebouw- als straatniveau. Je kan een alternatief introduceren wanneer de aardgasketel kapot is, wanneer men een huis renoveert, wanneer iemand verhuist. Je kan (ruimte voor een) warmteleiding voorzien wanneer een straat wordt heraangelegd. Soms moet je een periode overbruggen: wat moet je doen wanneer je ketel kapot is en er pas binnen drie jaar een warmteleiding wordt aangelegd in je straat? Dan kan je misschien even een tweedehands ketel huren of kopen totdat je aansluit op het warmtenet. Maar dat betekent niet dat we moeten wachten tot het alternatief beschikbaar is, we kunnen vandaag al heel wat doen.
Hoe krijg je de sector mee? Brengen zij niet net een tegenovergestelde boodschap aan ‘Gent zonder gas’?
Een bedrijf als Fluvius is natuurlijk een cruciale speler in het huidige energiesysteem. Het beheert het elektriciteits- en aardgasnet, en is een publiek bedrijf in handen van alle Vlaamse gemeenten. Fluvius is door de Vlaamse wetgever lange tijd gestimuleerd om aardgasnetten aan te leggen, tot in elke uithoek van Vlaanderen. Die verplichting is ondertussen opgeheven, maar die investeringen, die publieke middelen zitten natuurlijk nog steeds ‘onder de grond’. Het is dus financieel niet evident om die infrastructuur zomaar uit te faseren. Fluvius zit daar in een moeilijke positie. Het bedrijf houdt voorlopig dus ‘alle opties open’. Fluvius ontwikkelt wel warmtenetten en profileert zich ook als partner voor gemeenten op dat vlak, maar doet dat meestal op locaties waar geen aardgasnet ligt. Tegelijkertijd worden bijvoorbeeld ook buurten uit de jaren ‘60 omgeschakeld van stookolie naar aardgas, en worden zo aansluitingen op het aardgasnet gemaximaliseerd. Fluvius neemt dus geen pro-actieve houding aan als cruciale speler in de warmtetransitie, en heeft geen toekomstvisie over hoe we in Vlaanderen fossielvrij gaan verwarmen. Een duidelijke ambitie op dat vlak ontbreekt ook op Vlaams niveau. Natuurlijk is het ook aan de steden en gemeenten, als aandeelhouders van Fluvius, om duidelijker te vragen naar duurzame oplossingen, en Fluvius niet enkel te zien als bron van gemeentelijke inkomsten. Een stad als Gent kan daarin zeker doorwegen en een voortrekkersrol opnemen. Want op zich heeft Fluvius wel heel wat expertise en ervaring als het aankomt op stedelijke energie-infrastructuur.
Lees hier alles over de Gentse gasloze ambities. Maar wij willen ook jouw stem horen! Zit jij met een prangende vraag, wil je een interessante visie delen of wil je zelf meehelpen om Gent aardgasvrij te maken? Stuur een mailtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit artikel werd geschreven door Veerle Vercruyce voor Frontaal (editie zomer 2021), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!
Foto's en illustraties: Noor Van Weverberg, Pixabay Piro4D (warmtepompen), Pixabay aïtoff (gas)